Land van de Woelige Waters

Het Aarderijk had water nodig. Met zijn zwaard Kàtanà kliefde de man de rotsen. Hij liet een druppel van het water dat hij bij zich droeg op de harde stenen vallen. Spontaan borrelde water op uit een bron. Het duurde niet lang voor er een groot meer ontstond met water dat alles honderdvoudig weerspiegelde. Nooit was het oppervlak van het water glad. Het rimpelde en bewoog de hele tijd. De Bewaker doopte dit deel van het rijk Land van de Woelige Waters.

Onder de grond zwom het watermonster Uvù. Lang geleden was hij verdreven uit de meren en zeeën. Hij dook onder en verschool zich in onderaardse gangen waar hij zich voedde met de blinde en weerloze wezens die er woonden. Maar Uvù was niet vergeten hoe zuiver water proefde. Beetje bij beetje mengde het water uit het woelige meer zich met het smerige slijm waarin het monster zich ophield. Met zijn fijne neus ging Uvù op zoek naar de bron. Het gaf Uvù een honger die hij nooit eerder gevoeld had.

De Bewaker reisde naar het westen waar de Elfen woonden. Het waren schuwe maar zeer gewelddadige wezens. Nog voor de Bewaker hen de reden van zijn bezoek kon uitleggen, namen ze hem gevangen en brachten hem naar hun leider. De Elfenleider luisterde aandachtig naar het verhaal van de Bewaker. Hij mompelde een verwensing toen hij hoorde dat Uvù weer was opgedoken. Niet veel later vertrok een leger van Elfen naar het Land van de Woelige Waters.

Andere rijken van Land of Legends