Aarderijk

De Bewaker begon met de aarde. Hij gebruikte het schild Caparazon om de grond te bewerken. Gewassen schoten als kleine groene pijlen uit de vruchtbare grond. De bomen droegen zo veel vruchten dat hun takken de aarde bijna raakten. De dikke en stevige korenaren brachten een graan voort dat je met kracht en energie vulde. In het Aarderijk bloeiden bloemen die niemand op de blauwe planeet ooit gezien had.

Duizenden jaren had reus Maapollo onder de grond geslapen. In een gigantische grot lag hij opgerold op de grond. Maapollo had al zo lang niet gegeten, dat het er naar uitzag dat hij zou sterven in zijn slaap. Tot zijn neusgaten zich plots vulden met de verrukkelijke geur van verse vruchten, waardoor hij naar voedsel snakte. De reus opende zijn ogen en ging op zoek naar de oorsprong van de geur. Zo kwam hij al snel terecht in het Aarderijk.

De Bewaker wist dat in het oosten Aardmannen woonden die goud en diamanten uit diepe mijnen haalden en reisde er naar toe. De Aardmannen schrokken toen ze hoorde dat er weer een reus was opgestaan. Lang geleden hadden de giganten de onderaardse gangen vernietigd waarin de Aardmannen woonden. De jarenlange oorlog die volgde, werd gewonnen door de Aardmannen. Toch waren ze bang dat Maapollo zich tegen hen zou keren en dus beloofden ze de Bewaker om hem te helpen de reus in bedwang te houden.